“Als mijn kind nu maar geen achterstand oploopt’ en ‘Hoe moet het nu met deze generatie kinderen, redden ze het wel?’. Ik hoor het regelmatig deze tijd. Ook zelf bekruipt me het gevoel wel eens als ik zie dat mijn kinderen precies dezelfde fout maken als een maand geleden of als ze echt even niet meer kunnen opbrengen om ook die laatste opdracht nog te doen. Vaak juist degene die ik zo leerzaam vind:). Of als ze helemaal in tranen beneden komen omdat ze echt even niet meer weten hoe ze verder moeten en hun vriendjes missen. Ik weet heus wel dat het op school waarschijnlijk niet altijd anders of beter zou gaan – ook daar hebben ze baaldagen en voelen ze zich niet altijd kiplekker – maar het voelt allemaal toch veel minder stabiel. Juist omdat ik alles zo van dichtbij zie. En dus ook alles wat ze nog niet kunnen en waar ze het moeilijk mee hebben…
Cursus ‘Omgaan met teleurstellingen’
‘De cursus omgaan met teleurstellingen is begonnen’, zei ik al voor corona al regelmatig tegen mijn kinderen. Dat vond mijn omgeving wel eens hard. Voor mijn kinderen geen autoritje naar het hockeyveld als het regende of extra lekkere dingen in de broodtrommel als ze moesten overblijven. Ik deed dit natuurlijk niet om ze te plagen, ik wilde dat ze beseften dat ze dat niet nodig hadden om zich beter te voelen. Ik hoopte dat ze dat zo zelf zouden ervaren. Dat je goed voelen vooral zit in hoe je met lastige of vervelende situaties omgaat. En dat je vooral ook inziet wat je allemaal al zelf kan. Zo hoorde ik mijn dochter ooit tegen een vriendinnetje zeggen: ‘Mijn moeder is geen curlingmoeder. Ik moet alles (!?) zelf doen. Daar baal ik wel eens van, maar ik kan nu wel heel veel zelf’.
Schendbaar of wendbaar?
En is dit niet precies wat de beperkingen van corona hen (en onszelf natuurlijk!) ook nu kunnen leren? Want hoe waardevol is het als je als kind al leert dat het niet altijd gaat zoals je zou willen en dat niet alles leuk of aangenaam gemaakt kan worden. Dat niet alles maakbaar is, maar dat je als mens sterk genoeg bent om er ook dan mee om te kunnen gaan. Dat niet de situatie bepaalt hoe je je voelt, maar jijzelf? En juist kinderen kunnen dat als geen ander. Ze zijn misschien wel veel wendbaarder dan de meeste volwassenen van ons. Zo betrap ik de mijne er regelmatig op dat ze – tussen de tranen en onderlinge irritaties door – ook nu elke dag volop lachen, bewegen en leven. Zij kunnen als geen ander ook nu genieten van iets kleins zoals een lekker drankje als tienuurtje of midden op de dag met mij een potje hockeyen. Ze zijn niet alleen schendbaar, maar vooral wendbaar. En is dat niet het enige wat echt telt, wat je echt goed zou moeten weten en kunnen?
Ook zij kunnen veel meer dan (wij) denken
Begrijp me goed, dit gaat natuurlijk niet over de echt kwetsbare of eenzame kinderen die in deze tijd aan hun lot worden overgelaten en waar niemand liefdevol voor zorgt. Daar gelden andere maatstaven voor, zij verdienen juist alle hulp die er maar is. Dit geldt wel voor de groep kinderen die zich in een gezonde gezinssituatie bevinden en die hun comfortabele leventje vorig jaar grotendeels in rook hebben zien opgaan. En dat zijn er ook heel veel. Die kinderen kunnen dit. Weliswaar niet helemaal alleen, maar met een beetje hulp van ons als ouders en verzorgers. Niet door het over te nemen of obstakels weg te halen, maar juist door ze te laten ervaren dat ook zij juist nu veel meer kunnen dan ze denken. Dat gaat dus niet over onze eigen – soms torenhoge – verwachtingen en maatstaven, maar over hun talenten, kracht en (eigen)wijsheid die er ook nu gewoon zijn. (Lees ook mijn eerdere blog: We kunnen veel meer dan we denken).
Niet overnemen maar stimuleren en vooral vertrouwen
Het gaat niet vanzelf, maar met een beetje hulp van ons als ouders of verzorgers – en straks ook de juffen en meesters weer – kunnen ook zij veel meer dan wij denken. Zo moeten we vooral met ze (blijven) praten over hoe het met ze gaat en waar ze tegenaan lopen. Zodat ze zich steeds bewuster worden van hun gevoelens en ze leren te benoemen. Het vraagt ook van ons dat we ze blijven motiveren en stimuleren om door te gaan ook al is het moeilijk of vervelend. Om ze zelf oplossingen te laten bedenken voor een volgende keer bijvoorbeeld zodat ze mogelijkheden zien in plaats van problemen. Maar het vraagt vooral van ons dat we er zelf in blijven geloven dat het goedkomt met ze en dat we positief blijven. Dan doen zij dat namelijk ook. Want als we ons richten op dat (zelf)vertrouwen dan is deze generatie niet zorgelijk of zelfs verloren, maar juist sterker dan ooit. Dan kan deze generatie het verschil gaan maken door hoe ze in het leven staan en niet door wat ze allemaal kunnen en weten. En kunnen ook zij veel meer dan (wij) denken. Daar geloof ik in…
Groet, Eiline