Martijn en Nicole van MAFS houden de gemoederen aardig bezig. Iedereen die MAFS kijkt, vindt er wel wat van. En ik zit – als communicatietrainer – elke dinsdag- en woensdagavond op t puntje van m’n stoel. Ik geloof immers dat duidelijke communicatie essentieel is voor het slagen of falen van bijna alles en dus ook voor het bouwen aan een fijne relatie. Ik heb daarom wel een paar do’s and don’ts voor Martijn en Nicole.. Of het genoeg is? We zullen het zien…
Wat niet werkt: vinger wijzen
Wat zien we eigenlijk gebeuren? Martijn praat over zijn gevoel, zegt hij. En het klopt ook dat een goede toehoorder zijn gevoel uit zijn verhaal kan halen. Maar letterlijk zegt hij iets anders. Hij zegt: ‘Jij hebt me de hele ochtend terechtgewezen en dat vind ik niet fijn’. Nicole geeft aan dat zij zich gekwetst voelt door deze terugkoppeling. En dat is ook te begrijpen, want ook al zegt hij dat hij z’n gevoel laat zien, hij geeft vooral zijn mening en benoemt wat zij – ‘de hele tijd’ – doet. En dat komt bij haar over als afwijzing. Conclusie: ze voelen zich allebei afgewezen, maar dat is niet wat ze zeggen.
Wat wel werkt: naar jezelf kijken
Het is te prijzen dat Martijn gelijk eerlijk wil zijn en niets wil opkroppen. En als hij iets aan de manier waarop doet, dan kan het ook reuze effectief zijn. ‘Jij wijst mij de hele ochtend terecht’ wordt dan ‘Ik heb het gevoel dat ik het niet goed doe/leuk genoeg bent als jij zegt dat het water niet koud is of als ik de meloen opeet zonder te vragen of jij ook nog wat wilt’. Dezelfde boodschap maar net even anders ingepakt, waardoor hij hoogstwaarschijnlijk ook net even anders – ofwel beter – uitpakt. Omdat dit wel iets zegt over (het gevoel van) Martijn zelf en niet direct een verwijt is naar Nicole.
Vertrouwen moet je opbouwen
Wat me ook opviel in de beelden – en dat is natuurlijk maar een deel van wat er allemaal gebeurt – is dat ze veel grapjes maken met elkaar. Juist ook over het gedrag van de ander. ‘Je bent al gezakt hè, dat snap je wel toch (als Martijn hard over een vluchtheuvel rijdt)?’ of ‘Jij rijdt echt als een vrouw (tegen Nicole die – mind you – rij-instructrice is)’. Ik ben ervan overtuigd dat bijna alle ‘grapjes’ eigenlijk gekscherend bedoeld waren, juist om het luchtig te houden. Maar desalniettemin levensgevaarlijk als je het mij vraagt, want er is nog geen vertrouwen. En de kans dat dit soort ondoordachte opmerkingen dan verkeerd worden opgevat, is heel groot. Vertrouwen is er niet zomaar, daarvoor moet je elkaar een beetje kennen zodat je de opmerking op waarde kan schatten.
Denk eerst even na voordat je wat zegt
Naar jezelf kijken dus en niet vinger wijzen. Dat klinkt best makkelijk, maar de praktijk wijst uit dat het maar al te vaak misgaat doordat we het onderscheid over wat van onszelf is en wat van de ander maar moeilijk kunnen maken. Zeker als de emoties hoog oplopen. We oordelen immers maar al te gemakkelijk en spreken dat dan zonder er over na te denken of het echt klopt hardop uit. Met alle gevolgen van dien. Wat ons daarvoor kan behoeden – Martijn en Nicole zijn zeker niet de enige! – is vertragen. Een manier is om eerst even na te denken over wat je precies voelt en door welk specifiek gedrag van de ander dat komt. Of vertraag met een (open) vraag. ‘Ze is zo individualistisch’, verandert dan bijvoorbeeld in een vraag als ‘Waarom zeg je dat ik je zonnebrand niet mag gebruiken?’ of een andere vraag die je eerst meer informatie over de beweegredenen van de ander geeft. Het antwoord zou weleens heel verrassend kunnen zijn. En die kleine voorvalletjes waarover Martijn het liever niet wil hebben, bieden dan juist de gelegenheid om elkaar te leren kennen en zelfs te gaan begrijpen en waarderen (ik schreef er al eerder een blog over). Dus misschien is er toch nog hoop voor Martijn en Nicole… Wat denk jij?
Groet, Eiline