‘Mam, waar is mijn jas?’. Mijn zoon dendert met deze vraag de trap af. Ik zucht een keer diep. ‘Weet ik niet’, antwoord ik enigszins geïrriteerd. ‘Wat moet ik dan aan?’, vraagt hij. ‘Weet ik ook niet’, antwoord ik nog iets meer geïrriteerd. ‘Jij hebt hem gisteren geleend en nu is hij weg!’, verwijt de ene zoon de andere inmiddels terwijl ze in de bijkeuken die aan mijn kantoor grenst, tegenover elkaar staan. ‘Los het op’, zeg ik alleen en ik doe de tussendeur net iets te hard dicht. Ze begrijpen de hint. Mama is vandaag aan het schrijven en wil niet gestoord worden.
Inspiratie
Ik ben aan het schrijven en wil inderdaad niet gestoord worden. Toch zijn het ook juist de dagelijkse situaties die me inspireren bij het schrijven van een managementboek in romanvorm. Een kind wat zijn jas kwijt is – en mijn niet altijd even handige reactie daarop, een lastig gesprek in de familie of die kritische, maar o zo waardevolle vraag van die ene deelnemer in mijn training. Ik gebruik ze niet bewust, maar ze rollen vaak zomaar uit mijn pen als ik aan het schrijven ben.
Frustratie
Het klinkt nu waarschijnlijk alsof het vanzelf gaat, maar niets is minder waar. Want er zijn ook dagen dat ik mijn eigen teksten teruglees en twijfel aan elke letter die ik eerder zo makkelijk opschreef. En dagen dat ik helemaal geen letter op papier krijg. Of dat ik juist niet meer kan stoppen met denken over het verhaal en wat er allemaal nog in moet en het me allemaal vooral frustreert.
Meer dan een verhaal
Het boek gaat over iemand van wie het leven van de een op de andere dag verandert in een ware rollercoaster. Hij stapt in zonder te weten hoe en waar de rit eindigt. Hij maakt zich zorgen of het allemaal wel goedkomt, piekert zich suf over wat hij het beste kan doen en werkt hard om aan alles te kunnen blijven voldoen. De verhalende vorm neemt je als lezer mee in zijn ongemakkelijke maar vaak ook grappige zoektocht naar inzichten en antwoorden. Maar het is veel meer dan een verhaal over een ander dat lekker wegleest. Korte theoretische kaders in de kantlijn onderbouwen wat er in het verhaal gebeurt en geven inzicht in hoe we dit ook zelf kunnen herkennen en/of toepassen. Zo helpt dit boek ons op meerdere manieren om ook meer over onszelf te ontdekken. Over wie we zijn en wie ook niet. Over hoe we omgaan met onszelf en met anderen en vooral over wat ons werkelijk voldoening geeft en gelukkig maakt.
Waarom mijn boek ook over mijzelf gaat
Het schrijven van dit boek is mijn eigen rollercoaster waar ik ingestapt ben zonder dat ik precies weet hoe en waar de rit eindigt. Want ook al staat het verhaal inmiddels grotendeels op papier en is er een uitgever gevonden, ik heb nog een paar spannende ‘loopings’ te gaan. Zo zijn de uitgever en ik nu onder andere bezig met de titel. Eentje die precies aangeeft waar dit boek over gaat, maar vooral ook een grote groep mensen aanspreekt om het te willen lezen. Eentje die er gelijk uitspringt en laat zien dat dit vooral geen ‘gewoon’ zelfhulpboek is. En dat vraagt van mij om – net als de hoofdpersoon – te blijven zoeken naar antwoorden, maar ook te durven weten wanneer het goed is. Om niet alles alleen te willen doen, maar ook om hulp te vragen. Om hard te werken en minstens even vaak los te laten en te vertrouwen dat het uiteindelijk allemaal precies wordt zoals het bedoeld is. Net zoals de hoofdpersoon in het boek dus…
Groet, Eiline
PS: zoals het er nu naar uitziet, 15 november online en in de boekhandel!