Eiline Splinter (1976) is communicatietrainer en -coach en blogt wekelijks over wat haar in die rollen en als mens bezig houdt. Geboren in een echt ondernemersgezin leerde ze al jong dat niets vanzelf gaat en dat je door hard werken komt waar je wilt zijn. En hoe waardevol deze les ook is, deze zat haar in haar jongere jaren vooral in de weg. Dat gecombineerd met het protestants-christelijke geloof van op de Veluwe waarin ze God kende als een God die ook strafte en veroordeelde, had ze al jong een enorme drang naar vrijheid. Het kostte haar een flink aantal jaren voordat ze dit gedachtegoed wist om te buigen naar een meer helpende en ook daadwerkelijk voelde dat die vrijheid er ook voor haar was als ze daar bewust voor koos.
Bewustmaker
Eiline werkt dagelijks met mensen. Ze kijkt, luistert en geeft terug wat ze ziet en hoort. Zo maakt ze anderen bewust van wat ze doen en laten en waarom ze dat doen. ‘We zijn meestal zelf onze grootste vijand’, legt ze uit tijdens het interview, ‘en kijken liever naar een ander dan naar onszelf’. Ze noemt zichzelf dan ook veel liever bewustmaker dan coach. ‘Want’, zo zegt ze, ‘je maakt veel makkelijker keuzes die je brengen waar je wil of zelfs zou moeten willen zijn als je je bewust bent van jezelf’. En daar klinkt haar geloof in de zin van ieders bestaan al in door.
Wat is de zin van ons leven?
‘Ik wist niet dat ik deze vraag ooit in een zin zou kunnen beantwoorden, maar ik waag me er nu wel aan. Ik wil m wel graag eerst iets aanpassen om volmondig antwoord te kunnen geven en dat is naar de vraag: Hoe krijgt ons leven zin? En mijn antwoord is… door verbonden te zijn. Dat geldt voor mij in elk geval. Als trainer, als coach, als moeder, als buurvrouw, als vriendin en als vrouw van ben ik in pas echt in topvorm als ik verbonden ben. Wat ik daarmee bedoel is dat ik in contact ben, niet alleen met de ander, maar vooral ook met mezelf, mijn oorsprong en met God. Dat laatste klinkt misschien te christelijk of juist te zweverig voor je, maar juist die verbondenheid geeft mij het besef dat ik onderdeel ben van iets groters. Het gaat niet om mij. Ik ben maar een schakeltje in het grotere geheel. Ik hoef het dus ook niet allemaal alleen te doen. Dat kan zelfs niet. Het betekent ook dat mijn successen maar ten dele van mij zijn. En daarmee mijn verliezen ook. Dat maakt het allemaal lichter. En het geeft ruimte. Ruimte om fouten te mogen maken, waardoor ik veel meer durf en dus ook doe. Ruimte ook om kwetsbaar te zijn, waardoor ik veel makkelijker contact maak met anderen omdat ik niets achterhoud en anderen dat ook dus ook niet hoeven te doen. Maar ook heel letterlijk de ruimte om er te mogen zijn. Ik ben hier niet toevallig, ik moet hier zijn. Met mijn tekortkomingen en mijn talenten.’
‘Veel mensen voelen zich afgewezen en alleen’
‘Ons leven krijgt o.a. zin door verbonden te zijn met de ander, zo begon ik. In simpele taal: we zijn er om het elkaar een beetje (veel) naar de zin te maken, zoals mijn oma het zou zeggen. En dit geeft ons leven niet alleen zin, het is volgens mij ook meteen de oplossing voor heel veel problemen van onze tijd. Ik zie veel mensen die zich onbegrepen of onvoldoende gezien voelen, tekort gedaan of zelfs afgewezen, soms overvraagd en vaak vooral heel erg alleen ook al hebben ze heel veel mensen om zich heen. En dat dat waar is, trek ik niet in twijfel. Ik ervaar dat zelf soms ook. Alleen is dat maar een deel van het verhaal. Want wat is ons eigen aandeel daarin?’
‘We moeten weer vriendjes worden met onszelf’
‘Dat is wat ik bedoel met ‘in verbinding zijn met jezelf’. Alleen door eerlijk naar onszelf te durven kijken – in welke situatie dan ook – krijgen we de antwoorden waar we naar op zoek zijn. Over welke muziek er eigenlijk bij onszelf van binnen speelt – positief of negatief? – en hoe we wel krijgen wat we willen of nodig hebben. Eigenlijk zijn we zelf onze grootste vijand, meestal zonder dat we het zelf beseffen. Als we een muur om onszelf heen bouwen, kan niemand bij ons komen. Als we niet kunnen geven, kunnen we ook niet ontvangen. Stellen we geen grenzen dan lopen anderen er overheen. Als we niet weten wat we willen, kan de ander het ook niet geven. Beseffen we niet dat we er mogen zijn, laten we ons ook niet helemaal zien. Met andere woorden: als we niet in verbinding zijn met onszelf, kunnen we ook niet werkelijk verbonden zijn met een ander en blijven we ons afgewezen en alleen voelen. Zo simpel is het volgens mij. We moeten dus weer vriendjes worden met onszelf om ook met anderen te kunnen verbinden. Zodat we zelf tot onze bestemming komen en samen gelukkig kunnen zijn. Want over wat ons echt gelukkig maakt, is eigenlijk iedereen het wel eens zo vertelde ook Willem Alexander in zijn kersttoespraak en dat is dat we ons samen voelen met de mensen om ons heen.’
Wanneer en hoe ontdekte jij dit zelf allemaal?
‘Ik ben denk ik een goede representant voor een grote groep van mijn generatie. Ik kom uit een redelijk welvarend gezin, kon en mocht studeren, zie er best ok uit en heb dus eigenlijk alles in huis om er iets van te maken. Eigenlijk kan ik beter zeggen: ik kon het gewoon niet maken om er niets van te maken. In mijn jeugd werd ik dan ook vooral gestuurd op resultaten. Dus werkte ik hard. Dat was mijn manier om met alles wat er op mijn pad kwam om te gaan. Dit kwam natuurlijk voort uit mijn eigen onzekerheid. Ik wilde de controle bewaren en met hard werken, lukte dat heel goed. Totdat mijn lijf begon te protesteren. Ik kreeg allerlei klachten waaronder acute spit. In eerste instantie werkte ik gewoon liggend door natuurlijk, maar ergens kwam er ook steeds meer het besef dat dit niet de bedoeling kon zijn. De spit ging over, maar de sluimerende gedachten werden steeds sterker en niet lang daarna nam ik van de een op de andere dag ontslag. Ik had geen idee wat ik dan wel wilde, maar ik wilde niet langer op mijn tenen lopen. Het was een eerste stapje voor me naar meer en bewuster zelf kiezen. Daar stapte ik voor het eerst uit het pad wat voor me was uitgestippeld, maar waar ik zelf helemaal niet wilde zijn. Waar ik niet langer verbonden mee wilde zijn om dat woord nog maar eens te noemen. En ik ontdekte dat ik er blijer van werd ook al was het spannend.’
‘Beter geen verbinding dan een slechte verbinding’
‘En dat proces gaat maar door. Elke dag word ik uitgedaagd om te blijven kiezen voor dat waar ik in geloof en in wil geloven. En om vooral niet gewoon maar dom door te gaan omdat dat makkelijker lijkt of omdat ik dat al ken. En dat vraagt van me dat ik durf te kiezen als het niet lekker loopt: blijf ik of stop ik hiermee? Zorg ik dat de verbinding weer wordt hersteld en doe ik er ook moeite voor of erken ik dat ik verbinding had met het verkeerde netwerk om het maar eens populair te zeggen. Zo zeg ik regelmatig nee tegen een geweldige opdracht omdat die niet bij mij als trainer past, heb ik vorig jaar met pijn in mijn hart gebroken met een van mijn beste vriendinnen en breng ik juist meer tijd dan ooit door in de kerk waar ik inmiddels een God van liefde heb leren kennen.’
‘In verbinding voel je je beter’
‘Ik luister niet meer naar het stemmetje in mijn hoofd wat zegt: “Als je goed je best doet, komt het pas goed”. Er is nu een ander stemmetje die zegt: “Stop je tijd, energie en liefde in de dingen waar je achter staat, waar je mee in verbinding wilt staan, want dan is het al goed”. Van daaruit kan je het ook de ander maximaal naar het zin maken omdat je doet waarvoor je hier op aarde bent gekomen en je leven daarmee zin heeft gekregen, wat het ook is. Of dat nou iets is met veel of weinig status, iets wat veel of weinig geld oplevert. Als je in verbinding bent, ben je niet langer de speelbal van je eigen vaak (te) kritische gedachten en de mening van anderen over jou. In verbinding zijn er geen vijanden. In verbinding mag alles er zijn – dus ook gevoelens als verdriet, ongemak en onzekerheid – en voel je je toch waardevol, geliefd en tevreden, want je weet je dat je op de beste weg – jouw eigen weg – zit.’
Artikel geschreven naar aanleiding van oproep in de Volkskrant. Interview jezelf over de zin van het leven, januari 2020.